Ik ben een roos,
een roos in het veld.
Dat klinkt als elk ander.
Er is alleen een verschil.
Ik ben niet rood, niet wit en ook niet geel.
Ik ben een roos,
alleen mijn kleur is blauw.
Zo sta ik daar toch alleen in het veld.
Ik ben een roos,
een roos in het veld.
Samen met anderen sta ik daar,
daar in het veld.
Toch ben ik anders,
een uniek exemplaar.
Ik val op en ben wat raar.
Ik ben een roos,
een roos in het veld.
En dat is,
dat is wat telt!