Iris Keehnen

  • Home
  • Blog
    • Sport
    • psychische kwetsbaarheid
    • update
  • Gedichten
    • Elke keer
    • Diep dal
    • Rennen, vluchten, bewegen.
    • De dans van het leven.
    • My Guardian angel
    • De ring, de boksring.
    • Een roos
    • Een plaats in deze maatschappij?
  • Fotografie
    • Natuur
  • Video’s
  • Fragmenten van mijn leven
    • De eetstoornis heerst….
    • De weegschaal…
    • Vrijdag, gevangen in het verleden.
    • Genietmomentje; hardlopen.
    • Het zwarte gat
    • Wie praat
    • Het besluit en het verlangen naar…
    • Overleg, een keuze en een risico.
    • De muur, touwtje en kettingen.
    • Het is zo’n dag
    • De glijbaan
    • Wespennest genaamd leven
    • Nog steeds een wespennest.
    • Pure machteloosheid
    • Zowel een positieve als negatieve trigger…
    • De val, het crashen, de keus en verder vallen.
    • Een cirkel, een eindeloze cirkel.
    • De tijdbom
    • Euthanasietraject deel 1.
    • Euthanasietraject deel 2
    • Euthanasietraject deel 3
    • Euthanasietraject deel 4
  • Over mij
✕

Het besluit en het verlangen naar…

Iris juni 28, 2019

Op de rand van mijn bed neem ik een besluit. Al weken/maanden val ik elke keer opnieuw in het diepe duistere gat. Ik kan het niet meer, ik kan niet meer vechten. Ik geef het op.
In mijn hand hou ik pen en papier vast, keurig hou ik al weken bij wat ik heb opgespaard en verbruikt. Een keurig overzicht van hoeveel stuks, van hoeveel mg per medicatie.
Al dagen voel ik mij afstand nemen, afstand van de mensen om mij heen, van mijzelf en van mijn kat Luna. Elke ochtend stel ik mijzelf opnieuw de vraag kan ik nog zo’n dag aan, kan ik het nog opbrengen om door te vechten. Zondagochtend werd het antwoord voor het eerst nee. Nee, ik kan dit niet meer. De wanhoop verdween naar de achtergrond, het was een overduidelijk besluit. Die zondagochtend telde ik mijn medicatie voor de 30ste in de laatste 5wk, haast een dwanghandeling. Nee, ik moet wachten tot dinsdag dan krijg ik een nieuwe voorraad medicatie. Dinsdagnacht dat is het moment. Hoe zwaar het ook is, ik moest nog 3 dagen doorkomen en vooral mijn mond houden.

Voorbereiding, nog 3 dagen lang kon ik alles voorbereiden. Alles lag klaar, ik wist precies wat ik nog naar mensen wilde sturen en wat ik op het usb-stick had staan. Alles behalve impulsief. Afgelopen maanden stonden voor mij sowieso al in het teken van mijn dood. Mijn laatste wens en mijn diepste verlangen. Stilte, rust, zwart & de dood. Weg van deze wereld. Ja, vaak stond ik op. Ik leek weer even te vechten maar rockbottom werd wel elke keer lager en lager. Ik moest van dieper en dieper komen.

Dinsdagavond. Ik denk dat degene die dichtbij mij stonden het al wisten, het al voelde aankomen. Dinsdagavond hielp Bas mij naar bed, ik was voor de honderdduizendste keer vastgelopen. Ik kon het niet meer zelf opbrengen. Ik kreeg nog 1 vraag voordat hij wegging. Geef mij een teken, een berichtje dan kan ik de juiste mensen sturen. Met die belofte liep hij weg, hij wist het. Al had hij net als ik misschien de hoop dat op het moment daar, ik zou gaan twijfelen en het moment zou laten passeren. Maar dit keer niet, het antwoord was nog steeds nee.
Mijn wekker ging om 01:55, ik stond op en verzamelde mijn zorgvuldig opgespaarde medicatie. Als een ritueel begon ik de medicatie uit de verpakking te drukken en deed ze in een bakje, zodat Luna ze niet kon pakken. Ik trilde, bang als ik was om alleen te overlijden, banger was ik voor de volgende dag. 02:15: Ik pakte het grootste glas water, het besluit was genomen en zelfs het verdriet bleef weg. Handje voor handje nam ik alles in. Elke pil, die op dat keurige briefje stond. Ik zit weer op de rand van het bed, geen weg meer terug. Ik stuur nog 3 appjes, 1 naar Anne daarin vertel ik dingen en 1 naar Yvonne en 1 naar Miriam daar lukt alleen nog een emoticon. Mijn mensjes zijn dat, ik moest ze het laten weten op een manier. Via instagram stuur ik Bas een bericht, een teken en ook zet ik mijn favoriete quote in mijn storyline. Om 02:30 kruip ik mijn bed in, ik krul mij op, haal opgelucht adem in de hoop nooit meer wakker te worden. Ik val in slaap en zak weg in de overdosis aan medicatie

Dondermiddag. 1,5 dag later word ik wakker in het ziekenhuis. Ik lig op medium care aan de hartmonitor en word via mijn neus beademt. Mislukt, het is weer mislukt. Die dag blijf ik erg slaperig en krijg weinig mee. Af en toe zie ik bezoek, mensen die om mij geven, mensen die opgelucht zijn dat ik er nog ben. Die nacht word ik gewekt, mijn nieren functioneren niet goed meer dus of ik wilde drinken of aan het infuus. Makkelijke keuze het infuus. Vrijdagochtend word ik wakker alsof er niks gebeurd is. Een zeldzame vriendelijke verpleegkundige laat mij douchen en koppelt mij los. Die middag mag ik naar huis, lichtelijk stoned en dronken van de medicatie nog. Alleen van schade lijkt er geen sprake. Maandag lijkt het allemaal een droom. De wereld is weer gaan doordraaien, ik pak de afspraken op en doe alsof ik helemaal niet 1,5 dag mis. Mijn lichaam is volledig herstelt en ondanks de hoge dosering geen schade, best wonderbaarlijk. Maar wat mis ik die 1,5 dag. Wat mis ik dat zwarte, die stilte en die totale onbewust zijn van mijn omgeving.

Na 3 weken op rockbottom gezeten te hebben, langzaamaan meer informatie terug te krijgen van mensen wat er na die dinsdagnacht gebeurd is. Kreeg ik weer de taak om te vechten. Alleen het lukt mij niet, het vechten lukt mij niet. Inmiddels zijn we 2 maanden verder. Elke dag stort ik in, elke dag is een gevecht die ik steeds vaker verlies. Sinds een maand verspreid die duisternis zich weer. In elke vezel, elke haar en elk bot van mijn lijf. Dan is crashen, wanhoop en machteloosheid het enige nog wat er kan. De drang voor het sparen is intens groot. Het moet, ik moet het bewaren. Anders moet ik een andere uitweg zoeken. Dat keurige, overzichtelijke briefje is weer in mijn leven, om zo snel mogelijk weer uit deze lijdensweg te kunnen. Het fijnste moment van de afgelopen maanden was die 1,5 dag van onbewust zijn. Het weg zijn van de wereld. Het “uit” zijn en niks meer voelen. Oh wat verlang ik daar naar, alleen dan wel voor altijd…

Uit de schaduw

Zullen we gewoon, met z’n allen zijn?
Ik zie je lach, zo kwetsbaar, zoveel kracht.
Je allerdiepste wensen, voor even zichtbaar.
Als hoop dat met de zon komt, en boven je blijft staan.

Laat mij vlammen, laat mij zijn.
Geef mij zuurstof,
Laat mij dansen in het leven, om mijzelf te kunnen zijn.
Geef mij lucht voor mijn woorden.
Geef mij lucht voor mijn wens.
Ik laat mijn stem nu maar horen.
Wij zijn toch allemaal maar mens!

Donker grijze wolken, vol dreiging en vol zwart
Lopend door de regen, vechtend tegen de wind
De weg die je bewandelt, al raak je hem soms kwijt
Ookal voel je, je soms eenzaam, we zijn samen in de strijd

Stap nu uit de schaduw, voel de warmte van de zon.
Je hoeft niet meer te verdwijnen, je mag aanwezig zijn
Wees wie je altijd, al wilde zijn
Ookal voel je, je soms anders, het is nu niet meer een geheim

Laat mij vlammen, laat mij zijn
Geef mij zuurstof,
Laat mij dansen in het leven,
om mijzelf te kunnen zijn
Geef mij lucht voor mijn woorden
Geef mij lucht voor mijn wens
Ik laat mijn stem nu maar horen
Wij zijn toch allemaal maar mens!

Zullen we gewoon, met z’n allen zijn?

Songtekst gemaakt door Nico, Nicky & Iris

Recente reacties

    Arba WordPress thema door XstreamThemes.