Iris Keehnen

  • Home
  • Blog
    • Sport
    • psychische kwetsbaarheid
    • update
  • Gedichten
    • Elke keer
    • Diep dal
    • Rennen, vluchten, bewegen.
    • De dans van het leven.
    • My Guardian angel
    • De ring, de boksring.
    • Een roos
    • Een plaats in deze maatschappij?
  • Fotografie
    • Natuur
  • Video’s
  • Fragmenten van mijn leven
    • De eetstoornis heerst….
    • De weegschaal…
    • Vrijdag, gevangen in het verleden.
    • Genietmomentje; hardlopen.
    • Het zwarte gat
    • Wie praat
    • Het besluit en het verlangen naar…
    • Overleg, een keuze en een risico.
    • De muur, touwtje en kettingen.
    • Het is zo’n dag
    • De glijbaan
    • Wespennest genaamd leven
    • Nog steeds een wespennest.
    • Pure machteloosheid
    • Zowel een positieve als negatieve trigger…
    • De val, het crashen, de keus en verder vallen.
    • Een cirkel, een eindeloze cirkel.
    • De tijdbom
    • Euthanasietraject deel 1.
    • Euthanasietraject deel 2
    • Euthanasietraject deel 3
    • Euthanasietraject deel 4
  • Over mij
✕

Zowel een positieve als negatieve trigger…

Iris augustus 13, 2019

Alles doet pijn, mijn hele lichaam tot op het bot koud en pijnlijk. Ik wil wel huilen, wegkruipen in iemands armen, het uitschreeuwen, uithalen naar iemand, maar dat gaat mij niks brengen.
Ik ben wakker geworden, iets wat ik sowieso al niet meer wil. Nee, een nieuwe dag is aangebroken en het lukt mij nauwelijks om uit bed te komen. Ik wil niet, ik wil niet vechten, ik wil niet het getal zien op de weegschaal, ik wil niet mijzelf aankijken in de spiegel.
Deze dag is het vervolg op de hel van gisteren. De eerste keer weer een dissociatie gehad waarbij het automutileren won, ik verloor controle en tegen de tijd dat ik de controle langzaam begon terug te krijgen was het al te laat. Ik moest hulp inschakelen. Ik kwam bij op de grond terwijl ik dacht op de bank te zitten. Mijn arm onder het bloed en de grond ook. Boos dat het na een maand misging, maar eigenlijk verbaasd het mij niet. Ik vecht zo hard tegen die beelden en na een nacht zonder herbelevingen en nachtmerries die door medicatie waren geblokkeerd. Kwamen ze in een keer terug toen de medicatie uitwerkte. Ik verlies de controle elke dag meer en meer. Elke dag is een hel en vanochtend ben ik wakker geworden in exact dezelfde staat als gisteravond. Ik wil deze dag niet, ik kan deze dag niet.

Toch ik moet meedraaien in de wereld en ik heb vroeg al een afspraak staan. Ik start mijn ochtend, vol haat kijk ik de weegschaal. Het getal is ineens met 900 gram gestegen, die haat neem ik mee naar de spiegel. Ik zie het gelijk waar ik ben aangekomen duidelijk mijn buik weer. Ik had gisteren dat flesje drinkvoeding niet moeten nemen. Mijn ochtendritueel verloopt niet zoals normaal, ik ben te traag geworden en moet haast maken om op tijd te komen. Het is 500 meter wandelen en dat, dat is te ver. Mijn benen doen vreselijk pijn, mijn buik doet pijn en van al die pijnprikkels krijg ik erbovenop ook nog hoofdpijn. Een aantal testjes verder, bloed prikken, terug wandelen en ik ben kapot. Mijn hele hoofd schreeuwt dat ik meer moet bewegen want dat gewicht moet weer terug naar beneden. Maar ik kan het niet, ik kruip met een kruik op de bank en breng daar de rest van de dag door. Nou ja, helemaal zeker weet ik het niet.

Terwijl ik vecht tegen alles, merk ik dat de controle mij ontglipt. De realiteit en de beelden beginnen door elkaar heen te lopen. Het klopt niet! Ik grijp mijn hoofd vast, schreeuw het uit dat het moet stoppen maar het werkt niet. Ik glij langzaam weg, terug naar het 13-jarige meisje, terug naar het verleden. Ik loop buiten, gevlucht uit de situatie thuis. Het ademen doet pijn, het lopen doet pijn. Ja, het was weer zover, ik had iets gedaan waardoor ik dit verdiende. Ik loop buiten de zon begint langzaam onder te gaan en ik sta voor een keuze. Doorlopen, vluchten en wachten totdat ik denk dat het weer veilig is of teruggaan en direct naar mijn kamer. Geen blik, geen oogopslag, gewoon totaal de situatie negerend. In mijn hand hou ik mijn telefoon die mag ik niet kwijtraken, zelfs niet als ik binnen ben. Als ik toch weer weg moet zijn dan moet mijn telefoon mee. Ineens loopt er iemand door het beeld, iemand die er niet hoort. Niet in die tijd ieder geval. Hij hoort wel bij het heden. Alles begint door elkaar te lopen en een intense angst bekruipt mij. Ik weet niet wat ik moet doen, waar ben ik? Moet ik naar hem luisteren of zijn het de beelden die echt zijn? Ik kan alleen maar zitten en staren. Praten, nee dat lukt niet. Volledig in de war. Toch maar vluchten? Weg van hier, weg van de beelden, weg gewoon weg.
Hij begint tegen mij te praten, geeft mij opdrachten en het enige wat ik kan is staren en vertrouwen. Vertrouwen dat hij de realiteit is, dat hij het hier en nu is en vooral dat ik veilig ben. Ik probeer het duidelijk te krijgen naar hem toe, maar het kost moeite. Ik beweeg en handel met hem mij en zo kom ik in mijn bed te liggen. Het bewegen doet pijn, maar ik weet niet meer zeker waar de pijn vandaan komt. Uitgeput, in de war en uitgestreden zak ik weg in een dissociatie. Ik ben weer terug buiten. De zon zakt verder weg en ik moet nu toch echt de keuze maken. Ik besluit om terug naar huis te lopen, hopend dat de bui over is en ik veilig de weg naar mijn slaapkamer kan maken. Het was alleen nog niet veilig. Eenmaal thuis kreeg ik de volle laag, met wat snelle reflexen en bewegingen weet ik een weg om haar heen te banen. Ik bereik de tweede etage, kleed mij uit en kruip mijn bed in. Stilletjes huilend in bed. Dat is de enige plek waar het geen consequenties heeft. Hier kunnen mijn tranen stromen, mijn pijn aanwezig zijn, hier hoef ik niet sterk te zijn. Weer een nacht dat ik mijzelf huilend in slaap breng.

Ik word wakker, huilend en ik schreeuw het uit van de pijn. Nee, dit is niet van vroeger. Dit is nu! Mijn buik doet zoveel zeer dat alleen opgekruld liggen helpt, maar mijn benen doen meer pijn als ik zo lig. Met mijn hand tast ik naar de pijnstiller, ergens denk ik nee, je moet hem niet nemen. Je moet het opsparen, ik weet er niet naar te luisteren. Ik neem de medicatie in en realiseer me dat ik nog in mijn kleding lig van afgelopen dag. Langzaam bewegend zodat ik niet te veel pijn heb trek ik mijn pyjama aan. Gelukkig werkt de oxycodon na een half uur en ik val opnieuw in slaap. Echt rust krijg ik niet, nachtmerries, beelden en geluiden die beginnen zodra je je ogen dicht doet. Inmiddels is het bed niet meer veilig. Nergens is het echt veilig meer. Het is mijn hoofd die altijd mee is, die ik niet uit kan zetten.

Het is ochtend geworden en ik ben het ochtendritueel gestart. Ik was nog steeds dat gewicht ondanks dat ik gisteren nauwelijks gegeten had. Ik kijk in de spiegel, ik begin met het checken van mijn lichaam. Inmiddels is het beeld wel veranderd. Ik zie mijn ribben en als ik mijn adem inhoud is het heel duidelijk. Toch moet ik met mijn handen er langs gaan. Ook mijn buik is aan de beurt, wat ik zie is totaal niet naar mijn zin. Ik moet echt weer gaan sporten, waarom werkt dit verdomde lijf niet mee, die pijn verpest alles. Ik ga recht voor de spiegel staan en zet mijn voeten tegen elkaar aan en eindelijk heb ik genoeg gewicht verloren dat mijn bovenbenen elkaar niet meer raken. Toch begin ik te huilen, want ineens realiseer ik mij dat ik tijdens de begrafenis een broek aanhad die ik mijn “eetstoornisbroek” noem. Het is de enige broek in die kleine maat, ja ik kan hem weer aan. Ik trok hem aan omdat ik onder dat getal zat. Heel even realiseer ik mij dat ik hem nog steeds pas ondanks dat het getal hoger is. Mijn hele stemming verslechtert en het was al zo slecht. Ik neem toch wat te eten, iets wat mijn darmen niet accepteerde. Ik werd misselijk, mijn buik zette op en staakte het ochtendritueel. Terug mijn bed in, want ik wil deze dag niet. Vol met spijt over het eten, omdat ik nu waarschijnlijk weer aankom. Vol haat naar mijn lijf, omdat zo pijn doet. Vol met gedachten in mijn hoofd waar ik geen controle over heb. Ik geef deze dag op, ik staak wat ik wilde doen vandaag. Huilend zoek ik nog naar contact, hulp, iets wat mij hieruit kan halen. Alleen tevergeefs, vol eenzaamheid, wanhoop en machteloosheid wacht ik totdat ik zo kwaad word op mijzelf dat ik wel opsta. De trigger om vandaag op te staan is niet de wil om te vechten geweest of dat de wereld doordraait terwijl ik in bed lig. Nee, de trigger was dat ik geen pijnstillers meer had. De pijn was de trigger om te gaan douchen en strompelend naar buiten te gaan. Hopend dat ik nog op tijd ben om niet te gaan overgeven, hopend dat ik nog op tijd ben om geen opiaat nodig te hebben. Hopend dat het de dag net iets verdraagzamer maakt.

Ik heb veel pijn en soms weet ik niet eens meer waar de pijn vandaan komt. Het kan emotionele pijn zijn, oh wat vind ik die verschrikkelijk. Ik weet er totaal niet mee om te gaan en als ik om hulp vraag weet ik niet wat ik nodig heb.
De fysieke pijn word steeds meer en steeds vaker. Het leven wat ik leidde kan niet meer. Mijn buik is chronisch pijnlijk, het is wachten totdat de pijnaanval begint en ik mij er aan moet toegeven. Pijn in mijn benen wat lopen of überhaupt bewegen moeilijk maakt. Het maakt mij afhankelijk en dat is absoluut niet wat ik wil. Pijn heeft alles van mij afgepakt, als ik dan terugkijk naar paar jaar terug, paar maanden terug, zelfs een paar weken terug. Het is verdwenen. Soms krijg ik de vraag waar ik pijn heb en dan weet ik het niet. Alles, gewoon alles doet pijn.
Pijn is een trigger om mijn bed uit te gaan, zodat ik iets kan innemen om het minder te maken. Als ik dan uit bed ben dan lukt het vaak wel om op de bank te blijven totdat dat teveel zeer gaat doen.
Pijn is een trigger voor een dissociatie, ik krijg dan ergens pijn wat mij herinnert aan vroeger. Het is dan precies dezelfde plek en een herbeleving is een feit.
Pijn is een trigger om rust te nemen, pijn is een trigger om mijzelf te haten, pijn is een trigger om alleen maar te kunnen huilen en eenzaam, machteloos en wanhopig te voelen. Pijn is een trigger waardoor ik het leven leid die ik nu leid. Mentale pijn, fysieke pijn, pijn. Pijn wilt je laten schreeuwen, huilend, om je heen slaan. Pijn laat je opgeven, pijn neemt zoveel energie van je kleine voorraad dat je eigenlijk altijd uitgeput bent. Pijn maakt je kwaad, maakt dat je tegen iemand wilt schreeuwen dat het moet stoppen. Pijn maakt anderen machteloos, want die zien het maar kunnen niks tegen doen.  Pijn…
Pijn maakt alles onmogelijk. Pijn verpest alles, ook al ken ik mijn hele leven lang niks anders dan pijn.

Uit de schaduw

Zullen we gewoon, met z’n allen zijn?
Ik zie je lach, zo kwetsbaar, zoveel kracht.
Je allerdiepste wensen, voor even zichtbaar.
Als hoop dat met de zon komt, en boven je blijft staan.

Laat mij vlammen, laat mij zijn.
Geef mij zuurstof,
Laat mij dansen in het leven, om mijzelf te kunnen zijn.
Geef mij lucht voor mijn woorden.
Geef mij lucht voor mijn wens.
Ik laat mijn stem nu maar horen.
Wij zijn toch allemaal maar mens!

Donker grijze wolken, vol dreiging en vol zwart
Lopend door de regen, vechtend tegen de wind
De weg die je bewandelt, al raak je hem soms kwijt
Ookal voel je, je soms eenzaam, we zijn samen in de strijd

Stap nu uit de schaduw, voel de warmte van de zon.
Je hoeft niet meer te verdwijnen, je mag aanwezig zijn
Wees wie je altijd, al wilde zijn
Ookal voel je, je soms anders, het is nu niet meer een geheim

Laat mij vlammen, laat mij zijn
Geef mij zuurstof,
Laat mij dansen in het leven,
om mijzelf te kunnen zijn
Geef mij lucht voor mijn woorden
Geef mij lucht voor mijn wens
Ik laat mijn stem nu maar horen
Wij zijn toch allemaal maar mens!

Zullen we gewoon, met z’n allen zijn?

Songtekst gemaakt door Nico, Nicky & Iris

Recente reacties

    Arba WordPress thema door XstreamThemes.